Een zelfsturende organisatie klinkt goed. Geen manager meer die in je nek hijgt, maar gewoon lekker zelf bepalen wat je doet. Eindelijk respect voor je expertise en geen last meer van al die bobo’s die inhoudelijk geen verstand hebben van het werk maar wel vinden dat zij alles beter weten.
Tot op zekere hoogte is dat zo. Een groot voordeel van een zelfsturende organisatie is dat er sprake is van gedistribueerde macht: de macht ligt niet meer bij een klein clubje aan de top, maar is verdeeld over de gehele organisatie. In die zin krijg je dus meer vrijheid. Maar vrijheid komt niet alleen. Het wordt geen vrijblijvendheid. Sterker nog, in zekere zin is er minder vrijblijvendheid in een zelfsturende organisatie dan in een traditionele, hiërarchische organisatie.
Vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid
In een zelfsturende organisatie gaat de vrijheid die je krijgt namelijk gepaard met verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid wil zeggen dat je vrijwillig een verplichting aangaat om een prestatie te leveren en om hierover verantwoording af te leggen. Dus ja, je krijgt vrijheid. En er wordt vertrouwen aan je gegeven. En in ruil daarvoor ga je een verantwoordelijkheid aan en leg je hier verantwoording over af. Dat hoeft niet heel anders te zijn dan in een traditionele organisatie. Maar het verschil is wel dat het in een zelfsturende organisatie veel verder doorgetrokken wordt dan in de meeste traditionele organisaties.
Voorbij het drama
Juist in zelfsturende organisaties wordt van de medewerkers een bijzonder grote taakvolwassenheid verwacht. Omdat er geen leidinggevende meer is in de klassieke zin des woords, kun je het niet meer bij iemand anders neerleggen als je niet oplevert wat je afgesproken had. Je bent met volwassenen onder elkaar en als je iets niet voor elkaar krijgt omdat je iets nodig hebt van een ander, dan vraag je dat aan die ander. En als je iets niet voor elkaar krijgt omdat je het niet snapt of niet kunt, dan word je daar helder over. Het wordt niet meer geaccepteerd dat je wijst naar een ander. Geen slachtofferschap meer maar volledig eigenaarschap voor wie je bent en wat je doet.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alles altijd maar vanzelf gaat. Maar in zelfsturende organisaties wordt van je verwacht dat je in staat bent “voorbij het drama” te gaan: dat je je eigen patronen herkent en erkent je, je eigen manieren om jezelf te redden, je eigen trucjes om te overleven. Niet voor niets wordt zelfsturing geassocieerd met teal organiseren. Teal is in evolutionaire ontwikkeling weer een hoger bewustzijnsniveau dan oranje en groen, en dat betekent dat je als mens ook weer meer bewustzijn en dus zelfkennis hebt.
Ken u zelve
Bij de ontwikkeling van een organisatie naar zelfsturing hoort dus ook de ontwikkeling van de mensen ín die organisatie. Zelfreflectie is hier essentieel. Zien wie je bent, hoe je de dingen doet. Van jezelf weten welke belemmerende overtuigingen je hebt, en hoe je daar mee om gaat. Het daar met elkaar over kunnen hebben, en elkaar ondersteunen om hierin te groeien. Zoals Johan van Maanen van Bakker van Maanen het zo treffend zegt: de beste versie van jezelf worden. En daarin ook op je bek mogen gaan, want het gaat er niet om dat je perfect bent. Het gaat erom dat je van jezelf weet waar je sterkten liggen, en je zwakheden. Je patronen en overtuigingen.
Hebben jullie het daar wel eens over op je werk? Weet jij van jezelf wat je belemmerende overtuigingen zijn en hoe die jouw functioneren beïnvloeden?