In 1923 werd mijn opa vennoot in de sigarenfabriek die zijn vader in 1893 had opgericht. Hij was toen 22 jaar oud. Zijn oudere broer was al een paar jaar eerder vennoot geworden.
In de Akte van Vennootschap staat vastgelegd wat ieder inbracht in de firma. Mijn overgrootvader, Reint Koning Harmszoon, bracht grondstoffen, gereedschappen, contanten en boekvorderingen in “voor eene waarde van 9.454 gulden en bovendien zijn arbeid, vlijt en handelsrelatiën”, zijn oudste zoon Harm Reint Koning bracht hetzelfde in voor 2.350 gulden. Mijn opa, Tammo Lubbertus Koning Reintszoon bracht in “zijn arbeid en vlijt”.
Ik vond het wel iets ontroerend hebben toen ik het las. Arbeid en vlijt, hoe schattig. Maar toen ik er nog eens over nadacht vroeg ik me af of het ondertussen, bijna 95 jaar later, nou zo anders was geworden.
Natuurlijk, bij arbeid en vlijt voegen we tegenwoordig competenties. Klantgerichtheid, omgevingsbewustzijn, noem ze maar op. Maar we zouden kunnen zeggen dat dat de moderne varianten van arbeid en vlijt zijn geworden. Nu een snel stel handen niet meer voldoende is moeten we ook mentale equivalenten van arbeid en vlijt meenemen naar ons werk.
Alleen je zakelijke aspecten
In conventionele organisaties lijkt het een ongeschreven regel (en soms zelfs een geschreven regel) dat je maar een deel van jezelf meeneemt naar je werk. Je arbeid, je vlijt. Je competenties. Je rationele, succesvolle, zakelijke zelf. Je nette kleren, een pak misschien of een mantelpakje. (Ik las een keer een artikel in NRC over de dress code van de Zuidas. Volgens dat artikel werd je als vrouwelijke advocaat of consultant toch echt niet serieus genomen als je hakken niet minimaal 8 cm hoog waren…)
En vaak betekent dat dat een ander deel van jezelf niet welkom is. Je intuïtie, bewustzijn en spiritualiteit. Je twijfels en kwetsbaarheid. Soms je ethische onderscheidingsvermogen, waardoor er in bedrijven beslissingen genomen worden die iedereen persoonlijk zou afkeuren maar die in de zakelijke context opeens wel genomen kunnen worden.
Je maakt dus eigenlijk bewust of onbewust een keuze welk deel van jezelf je op je werk laat zien. Het effect hiervan is dat je jezelf geweld aan doet. Veel mensen ervaren dat ze op hun werk een ander persoon laten zien dan wie ze in wezen zijn. Ze vragen zich af of ze wel bezig zijn met zaken die er wezenlijk toe doen. Als je te lang bezig bent met zaken die niet voor je kloppen, kan dit leiden tot burn out en depressies. Maar het heeft ook consequenties voor de bedrijfsvoering: de kwaliteit van de resultaten die geproduceerd worden hangt af van de mate van bewustzijn van waaruit gehandeld wordt. Als jij intuïtief wel aanvoelt dat iets waar je mee bezig bent niet klopt, maar “gevoelens” en “intuïtie” zijn taboe op je werk, dan blijft er een hoop intelligentie liggen waarmee goede beslissingen genomen hadden kunnen worden. Ik denk altijd dat er bij Volkswagen echt wel mensen waren die met buikpijn rondliepen over de sjoemelsoftware, maar dat het op de één of andere manier not done was om dat expliciet te maken.
Heelheid, de derde doorbraak van teal organiseren
Eén van de doorbraken van teal organiseren is heelheid. (De andere twee zijn zelfsturing en een evolutionair doel.) Heelheid zou je kunnen beschrijven als het omarmen van je innerlijke heelheid, waardoor je weer je gehele zelf mee kunt nemen naar je werk. Zodat je je intuïtie, innerlijke wijsheid, twijfels en gevoelens wél in kunt zetten op je werk en daarmee dus meer in zet dan alleen je arbeid en vlijt.
Door heelheid in te voeren in je organisatie breek je dus een heel potentieel aan dat tot nu toe niet toegankelijk is geweest. Hoe waardevol is dat! Wil je weten welke practices je in kunt zetten om heelheid in je organisatie te bevorderen? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief en ontvang over 2 weken mijn artikel over deze heelheid bevorderende practices.
In de tussentijd ben ik heel nieuwsgierig naar jou: wat kan jij wel en niet inbrengen op je werk? Mag jij twijfelen, niet-weten? Of is succesvol zijn en rationaliteit de norm bij jou op kantoor? Laat je reactie hieronder achter!
Corrie
Dag Heleen,
Ja, hij moest ens weten. Nog even nadenkend dacht ik dat hij ook kennis inbracht. Hij was de enige met een diploma, van de handelsavondschool. Daar werd vermoedelijk niet zo zwaar aan getild, misschien. Wat je moest weten leerde je in het bedrijf.
En wat zou hij zeggen van en geel bord voor zijn kop? We sullen het nooit weten!
Succes verder!
Mama
Heleen
Mooi is dat. Reageert mijn moeder op mijn blog en denk ik: Oh nee, een reactie waar “Mama” onderstaat, dat is toch niet professioneel! Maar hee, we hebben het hier over heelheid. En het feit dat ik dochter ben – en dat ik een moeder heb die meeleeft met wat ik zakelijk doe- hoort óók bij wie ik ben! Dankjewel mama voor je reactie!
Harm Noordhof
Heleen, mooi om je opa op deze wijze model te laten staan voor ons.
Tot zaterdag,
Harm.
Heleen
Dankjewel Harm!
Patrick Timmerman
Mooi Heleen! Ik heb bij een oud werk-gever van mij, de UvA, ervaren dat ik ook mijn sensitiviteit mee mocht nemen. Dat was ook welkom als eerstelijns medewerker voor studenten waar we toch een zo persoonlijk gesprek mee moesten hebben. En bij een werkgever daarna sloeg het weer door naar de groene laag en zijn ze wellicht daarom op de kop gegaan. Het is dus niet zo dat een bedrijf op alleen menselijkheid en gevoeligheid kan groeien. Dat is weer doorschieten naar de andere kant.
Heleen
Dankjewel voor je reactie Patrick! Wat fijn dat je bij de UvA wel je sensitiviteit mocht meenemen! En het klopt, alleen de gevoeligheid is niet voldoende. In teal doet álles mee, dus ook je resultaatgerichtheid en doorpakken. Dan kun je je menselijkheid en gevoeligheid mede inzetten om resultaten neer te zetten.